Kippen zijn fijnproevers. Zo is uit meerdere studies gebleken dat kippen veel gevoeliger zijn voor smaken in water dan voor de smaken in voer. Wellicht doordat ze simpelweg twee keer meer water dan voer consumeren. Maar de smaakbeleving is echter veel complexer dan het lijkt, omdat mensen smaak anders ervaren dan veel andere diersoorten.
Een onderzoeker vergeleek de reacties van mensen en verschillende dieren op een sucrose-oplossing (suiker) en een sacharine-oplossing (kunstmatige zoetstof). De belangrijkste conclusie was dat wij mensen niet op onze eigen smaakbeleving af kunnen gaan om te voorspellen hoe dieren zullen reageren. Vooral omdat de dieren onderling ook heel verschillend reageerden.
De uitslag van het onderzoek:
Kippen hebben veel minder smaakpapillen dan de meeste andere dieren, maar hun smaakbeleving is echter uitstekend gedefinieerd. Bij kippen (in tegenstelling tot mensen of de meeste andere dieren) bevindt het merendeel van de smaakpapillen zich achter in de bek en slechts twee tot vier procent op de tong. Ze zitten in feite zover naar achteren, dat tegen de tijd dat de kip het water proeft, het eigenlijk al te laat is om van gedachten te veranderen en het weer uit te spugen. Toch is de smaakbeleving bij een kip meer dan alleen hoe voer of water in de bek aanvoelt. De smaakbeleving is het gevoel dat ze ervaren na consumptie.
Over het algemeen leidt de smaakbeleving een dier naar wat het zou moeten eten. Bijvoorbeeld, kippen die een thiamine-arm (vitamine B1) dieet volgen en de optie krijgen om water met of zonder thiamine-oplossing te drinken, zullen voor het water mét de thiamine-oplossing kiezen. En terwijl zeventig procent van de mensen xylose (suiker) net zo zoet vindt smaken als sucrose, zullen kippen er juist weinig van drinken. Deze en vergelijkbare keuzes suggereren dat smaak vaak de basis is waarop kippen aan hun voedingsbehoeften proberen te voldoen. Maar het ligt nog altijd wat gecompliceerder.
Water is voor mensen nat en smaakloos, maar voor kippen heeft water juist een uitgesproken smaak. Daarom is water op zichzelf een sterke stimulans voor de dieren. Smaken die in wateroplossingen worden getest, zijn voor kippen in feite een mengelmoes van verschillende smaken. Andere omgevingsfactoren spelen voor kippen nauwelijks een rol. Waar de smaakbeleving bij veel dieren ook beïnvloed wordt door de geur, lijkt dit op kippen weinig effect te hebben.
Toch kunnen kippen behoorlijk kritisch zijn als het om de temperatuur van het water gaat. Wanneer ze de keuze krijgen, water op kamertemperatuur of water dat een graad of twee warmer is dan de eigen lichaamstemperatuur, zullen de kippen eerder dorst lijden dan van het warme water drinken. Een koude temperatuur is echter geen probleem. Kippen hebben geen moeite met het drinken van water dat dichtbij het vriespunt ligt. Dit heeft misschien te maken met de veren die de kippen uitstekend isoleren en ze beschermen tegen de kou, maar weinig invloed hebben op het verdrijven van overmatige lichaamswarmte. Hoewel kippen de koude temperatuur van het water niet erg lijken te vinden, heeft het echter wel een negatieve invloed op de gezondheid van de dieren. Het koude water kan namelijk voor diarree en ernstige darmproblemen zorgen.
Onderzoekers hebben de acceptatie van water met verschillende smaken getest door twee verschillende waterbakken in een hok te plaatsen. Eén bak was gevuld met onbehandeld water en de andere was gevuld met gearomatiseerd water. De onderzoekers vergeleken de hoeveelheid water die gedronken werd uit beide bakken om de acceptatie of afwijzing van smaken door de kippen te meten. Sommige smaken werden direct afgewezen, maar andere smaken werden uiteindelijk wel geaccepteerd.
De uitslag van het onderzoek:
Leuk om te weten natuurlijk, maar is er ook een praktische toepassing voor deze informatie? Absoluut! De smaak van water kan dankzij natuurlijke of toegevoegde stoffen invloed hebben op het drinkgedrag. Vooral bij kuikens.
Als kippen niet eten, komen ze niet aan. Aangezien de voer- en waterconsumptie nauw met elkaar verbonden zijn, is het belangrijk om het waterverbruik in de gaten te houden om mogelijke problemen te voorkomen. Wanneer kippen bepaalde watersmaken leren accepteren (vooral als ze nog heel jong zijn) kan het detecteren van een probleem veel lastiger worden en de verliezen groter. Om dit te voorkomen is het raadzaam de volgende punten in ogenschouw te nemen:
Houdt het waterverbruik goed in de gaten, vooral aan het begin van een ronde. Loop regelmatig een rondje door de stal om het drinkgedrag van de kippen te bestuderen. Daarnaast geeft een watermeter een goed beeld van het waterverbruik in de stal. Meet het waterverbruik dagelijks rond hetzelfde tijdstip.
Waterverbruik verschilt per stal. Stel daarom tabellen voor gemiddeld waterverbruik op. Vergelijk het verbruik van elke ronde met het vastgestelde gemiddelde. Doe dit met name aan het begin van een ronde.
Houdt er rekening mee dat niet alle watervoorzieningen en toevoegingen in de smaak zullen vallen bij je pluimvee. Houdt in de gaten of de kippen meer of minder gaan drinken als je nieuwe producten uitprobeert. Is het meer, dan kan dit betekenen dat ze de smaak lekker vinden.
De factoren die de smaakbeleving van pluimvee beïnvloeden, zijn complex en niet helemaal duidelijk. Het is echter wel duidelijk dat de smaak van water zowel het voer- als het waterverbruik kan beïnvloeden. Door het waterverbruik te monitoren en het gemiddelde waterverbruik per dag en leeftijd vast te stellen, kun je mogelijke problemen identificeren en corrigeren voordat het te laat is.