Effectief drinkwatermanagement draagt bij aan een goede basis voor een gezond varken. Helaas wordt dit nog vaak over het hoofd gezien of zelfs niet belangrijk gevonden.
Bij de geboorte bestaat het lichaamsgewicht van een big voor 82% uit water. Tegen de tijd dat het varken een slachtgewicht van 100 kg bereikt is dit nog 51%. Dit laat zien hoe belangrijk water is voor een varken om te groeien.
Tijdens de eerste levensweek drinkt een big voornamelijk melk van de zeug. Maar al snel na de eerste week begint de big met het drinken van water. Vaak is het zo dat biggen stilstaand en warm water krijgen toegediend. Als de temperatuur van het water hoger is dan 20°C (68°F) kan dit een bron van bacteriële infecties vormen, zoals MRSA. Het is daarom erg belangrijk dat je de watertoevoer voor gebruik grondig reinigt en desinfecteert.
Uit onderzoek is gebleken dat de voeropname van biggen toeneemt als ze al op jonge leeftijd beginnen met het drinken van water. Over het algemeen drinken opgroeiende varkens driemaal meer water dan dat ze droogvoer eten. Een kraamzeug drinkt minimaal 20 liter water per dag, afhankelijk van het klimaat en de omgevingsomstandigheden.
Als je zeug een of meer van de volgende symptomen vertoont dan is de kans groot dat ze niet genoeg drinkt:
Bij het kiezen van een drinksysteem is het belangrijk om te kijken naar de omgeving, het huisvestingssysteem, voer en lichaamsgewicht en het klimaat. Drinkwater moet fris en schoon zijn om een goede opname te garanderen, vooral in een warmer klimaat. Daarnaast is het belangrijk om in elk hok voldoende drinkpunten te plaatsen. Sommige varkens worden constant geïntimideerd door hokgenoten, waardoor ze niet bij de drinknippel kunnen of durven komen. Daarom raden we aan om minimaal 2 drinkpunten in een hok te installeren.
Er is een enorm aanbod aan verschillende drinknippels te vinden. Bijtnippels, brijbaknippels en sproeinippels worden het meest gebruikt als drinknippels voor varkens. Brijbaknippels en sproeinippels worden in drinkbakken geïnstalleerd, terwijl bijtnippels aan de muur worden gemonteerd.
De hoogte en positionering van de drinknippels is afhankelijk van het type drinknippel, type stal en de grootte van de varkens. Voor het kleinste varken worden de drinknippels over het algemeen 5 centimeter boven schouderhoogte gemonteerd. In de praktijk is het echter niet haalbaar om alle varkens te meten en de hoogte van de drinknippels continu aan te passen. Daarom worden bijtnippels op een bepaalde hoogte aan de muur gemonteerd. In sommige varkensstallen zijn enkele drinknippels op verschillende hoogtes gemonteerd om ervoor te zorgen dat elk varken gemakkelijk bij de drinknippels kan.
De drinknippels mogen niet in de hoek van het hok worden gemonteerd. Varkens droppen hun ontlasting altijd dichtbij de muur. Daar voelen ze zich veiliger. Het water dat gemorst wordt zorgt er dan voor dat er onder andere meer ammoniak vrijkomt. De ideale plek om een drinknippel te monteren is in de buurt van het voer. Als je meerdere drinknippels installeert, zorg er dan voor dat ze dicht bij elkaar in de buurt geplaatst worden. Als de drinknippels ver uit elkaar geplaatst worden, dan is de kans aanwezig dat er eentje over het hoofd gezien wordt en zelden gebruikt zal worden. Deze wordt dan vuil en onhygiënisch, wat weer gezondheidsproblemen kan veroorzaken.
Het kan voorkomen dat de eerste drinknippel in de stal een hogere waterafgifte heeft dan de laatste. Dit kan het moeilijker maken om elk varken de juiste hoeveelheid water te geven. Het kan er ook toe leiden dat bij het toedienen van medicijnen sommige varkens juist veel te veel van het middel binnenkrijgen en anderen weer te weinig. Om dit te voorkomen is het monteren van een automatische doorlaat op de drinknippels een goede oplossing. Deze garandeert een optimale en constante waterafgifte van de eerste tot de laatste drinknippel in de stal, ongeacht de hoogte van de waterdruk.
Onderzoek wijst uit dat varkens een vast drinkpatroon hebben. Vleesvarkens en zeugen drinken meestal tussen 15.00 en 21.00 uur met een tweede piek tussen 05.00 en 11.00 uur. Drachtige zeugen drinken meestal tussen 08.30 en 17.00 uur, en zogende zeugen drinken de hele dag om voldoende melk te produceren. Het is verstandig om tijdens de piekuren het waterverbruik in de gaten te houden en eventueel de waterafgifte tijdelijk bij te stellen. Dit kan natuurlijk ook automatisch door middel van een doorlaat.
Drinkwater wordt vaak vergeten als nutriënt. Optimaal drinkwatermanagement draagt bij aan betere productieresultaten en gezonde varkens. Het onregelmatig testen van de kwaliteit van het drinkwater, niet genoeg drinkwaterpunten en een te lage of te hoge waterafgifte zijn de zaken die het vaakst fout gaan of over het hoofd worden gezien.